7. Verdieping bij coaching

Nog meer groepswerk

Onderstaande is geen examenstof. Wel is het aardig als je iets weet van verschillende opvattingen over hoe mensen leren. Het wijst je misschien de weg naar verdere verdieping. Doe er je voordeel mee.

De benadering “hoofd, hart handen”

De aanpak van Hoofd, Hart en Handen wordt wel toegepast in het onderwijs. Het draait om een goede verbinding , balans tussen de drie elementen

  • Hoofd staat voor weten, ontwikkelen, analyse, reflectie en evaluatie.
  • Hart heeft te maken met ervaren, verbinden, bevlogenheid en enthousiasme, weerstand, kiezen en waarden.
  • Handen gaat om: doen, resultaten, discipline, vaardigheden, samenwerken en presentatie.

N.B.  Je zult in de module over Creatief Leven zien dat elke les duidelijk hoofd, hart en handen opdrachten in zich heeft.

Methodieken voor groepen waarin het hoofd centraal staat:

  • Mondelinge informatieoverdracht (voordracht, lezing, gastspreker)
  • Groepsgesprek ter verwerking van de informatie
  • Discussie
  • Leergesprek
  • Vragenronde
  • Gesprekken in subgroepen aan de hand van richtvragen en deze gesprekken plenair terugkoppelen – Schriftelijke informatieoverdracht (folders, voorlichtingsmateriaal, artikelen)
  • Ondersteunende tentoonstelling
  • Foto’s, videoband, film, al dan niet met discussievragen
  • Vragenlijst

Methodieken voor groepen waarin het hart centraal staat:

  • Groepswerkmethodieken
  • Kennismakingsvormen
  • Een rondje in de groep waarbij ieder een eigen ervaring vertelt met betrekking tot het thema van de bijeenkomst (uitwisseling van ervaringen)
  • Kringgesprek over wat de deelnemers bezighoudt
  • Onderwijsleergesprek (aan de hand van een thema of vragen die de groepsbegeleider aan de groep voorlegt)
  • Eigen inbreng van deelnemers (eigen vragen, eigen ervaringen, eigen probleemsituaties)
  • Brainstorm in de groep
  • Werken in subgroepen rond een specifieke vraag en de ervaringen in subgroepen plenair terugkoppelen
  • Interviews met elkaar of verdiepingsgesprekken in tweetallen
  • Werken met verhalen, met verbeelding, met foto’s, met metaforen
  • Werken met opdrachten
  • Gezamenlijke activiteiten buiten de groepsbijeenkomsten

Methodieken voor groepen waarin de handen centraal staan:

  • Kennismakingsvormen
  • Demonstratie (voordoen ‘zoals het moet’)
  • Oefensituaties, zoals rollenspellen
  • Simulaties
  • Gestructureerde oefeningen
  • Inbreng van eigen probleemsituaties
  • Incidentmethode
  • Spelvormen
  • Huiswerkopdrachten
  • Groepsgesprek
  • Vragenlijsten

Vragen bij de niveaus van groepsfunctioneren

 Inhoudsniveau:

  • Zijn de doelen duidelijk voor mij als begeleider? Voor de groepsleden?
  • Zijn de doelen voldoende geoperationaliseerd? Hoe ‘smart’ zijn ze?
  • Als er onduidelijkheden zijn met betrekking tot de doelen, zijn die onduidelijkheden dan uitgesproken?
  • Is er verschil in verwachtingen over de inhoud?
  • Is er onduidelijkheid over het gewenste eindresultaat?

Procedureniveau:

  • Zijn de regels en de procedures duidelijk voor iedereen?
  • Zijn sommige regels of procedures aan herziening toe?
  • Is er een duidelijke taakverdeling, of is die te strak, te zwak?
  • Is er voldoende ruimte voor zelfsturing, of is die ruimte te gering, te ruim?
  • Worden de opdrachten/de werklast eerlijk verdeeld?
  • Is er voldoende tijd voor de taak, of is die tijd te krap?
  • Staan er te veel punten op de agenda? – Zijn er problemen met de besluitvorming?
  • Wat betreft vergaderingen of werkoverleg: komen we wel genoeg bij elkaar (frequentie)?
  • Zijn de voorbereidingen voor de vergaderingen/werkoverleggen adequaat?
  • Zijn de verantwoordelijkheden duidelijk?
  • Zijn de gevolgen van genomen besluiten duidelijk?
  • Hoe staat het met de rol van de voorzitter/(team)leider?

Interactieniveau:

  • Wat valt er te zeggen over het groepsklimaat?
  • Wil iemand veel overwicht hebben?
  • Wat speelt er tussen de mensen?
  • Spelen en bepaalde normen?
  • Is er subgroepsvorming?
  • Worden bepaalde zaken niet uitgesproken?
  • Ontwikkelt de groep zich nog wel? Of staat ze stil in haar ontwikkeling?

 Bestaansniveau:

  • Kan er individuele thematiek spelen bij een of enkele groepsleden?
  • Speelt er iets van erkenning, gebrek aan erkenning of strijd om erkenning?
  • Zoekt iemand ergens erkenning voor, maar krijgt die hij niet?

Contextniveau:

  • Vanuit welke belangen neemt ieder deel?
  • Zijn er verborgen agenda’s vanuit verschillende posities van groepsleden in de organisatie?
  • Is er invloed vanuit de omgeving (bijv. overbelasting van de mensen door fusieprocessen of grote werkdruk vanuit de organisatie)?

De opdracht

Het was flink wat leeswerk, deze les. De oefening die bij deze les hoort is bedoeld om je gedachten te ordenen. Alle vragen die je hierboven vindt zijn zinvol, maar het is verleidelijk er overheen te lezen. Toch wil ik erop aandringen dat je, het liefst samen met je groepje, een aantal van bovenstaande vragen onder de loep neemt en eens overdenkt wat ze betekenen als je met een groep werkt. Nog meer inspiratie nodig? De website Wij-leren.nl heeft een bijna onuitputtelijke voorraad leestips voor je, mocht je nog meer willen leren over het begeleiden van groepen.

We wensen je een plezierig gesprek toe!