De wondervraag heeft tot doel om de cliënt te helpen zijn doel voor te stellen en hier onbewust naar toe te werken. De wondervraag is een communicatietechniek. Bij een ontwikkelingsgerichte benadering is dit een prachtig en krachtig instrument. Het resultaat van een goed uitgevoerde wondervraag is dat de cliënt zich een voorstelling heeft gemaakt van een situatie waarin alles is zoals deze wenst, een situatie waarin de oplossing al gerealiseerd is.
Aan het eind van deze les kun je de wondervraag toepassen in uiteenlopende gesprekssituaties. Je hebt ervaren wat het effect is en kent het protocol.
Net als de schaalvraag kent de wondervraag een specifiek protocol. Alleen een goed uitgevoerde wondervraag zal die bijzondere resultaten geven, waar je jouw cliënt mee kunt ondersteunen de eigen oplossingen te vinden.
Om het belang te benadrukken vermelden we dit protocol apart. Je hebt er ook al mee geoefend in de live dagen. In de volgende les krijg je de nadere uitleg hoe je deze techniek toepast.
Bij vrijwel elke stap van de 7 stappendans is het mogelijk de wondervraag te stellen.
Deze wondervraag is ontwikkeld om toekomstprojecties te genereren, gebruikmakend van de menselijke mogelijkheid om zich de toekomst te verbeelden. De vragen zijn bedoeld om de cliënt zichzelf te laten beschouwen vanuit de situatie waarin de gewenste toekomst al is bereikt. Vervolgens kan de cliënt gevraagd worden hoe de omgeving (familie, vrienden, collega’s, werkgever) deze situatie zou beoordelen. Het zich voorstellen van de situatie waarin de doelen zijn gerealiseerd, laat die cliënt onbewust naar dit doel toewerken.
• Stel dat uw doel is bereikt, wat zou er dan anders zijn wanneer u wakker wordt?
• Wat is het eerste dat u opmerkt?
• Wat is het kleinste verschil?
• Wat nog meer?
• Hoe merk een belangrijke anderen dat u veranderd bent?
• Hoe reageren zij op verandering?
• Hoe reageert u daarop?
• Wat is het eerste stapje dat u zou kunnen zetten?
• Hoe zou dat kunnen helpen?
• Of wat ervoor nodig is om een deel van uw wensen nu al te laten gebeuren?
Maak het geschetste doel concreet door specifiek te vragen naar wat iemand anders doet en hoe en wat anderen daarvan merken.
• Zijn er ook momenten waarop u zich prima voelt?
• Wat maakt dat dat opvallend is?
• Hoe doet u dat?
• Wat was de laatste keer dat u een doel hebt bereikt?
• Vertel me er meer over. Hoe was dat?
• Wat deed u om dat te bereiken? Wat was er verder anders? En wat nog meer?
• Wat denkt u dat u anders deed?
• Als ik iemand uit uw omgeving zou vragen, wat zou die zeggen dat u anders deed?
• Waar kreeg het idee om het anders te doen?
• Op een schaal van 1-10, als een betekent geen enkele kans en 10 betekent een redelijke kans, hoe groot schat u de kans dat de komende week weer een positieve uitzondering plaatsvindt?
• Wat is daarvoor nodig
• Wat is er nodig om het in de toekomst vaker te laten gebeuren
• Wat moet u doen om dat weer te laten gebeuren
• Als u besluit dat opnieuw te doen, hoe denkt u dat uw omgeving daarop reageert?
• Als u het anders doet wat zou uw directe omgeving daarvan vinden?
Het zal duidelijk zijn dat de wondervraag niet bestaat uit één vraag. De wondervraag is een vraag die de ander uitnodigt een situatie te bedenken waarin de doelsituatie is bereikt. Niet altijd zal cliënt direct in staat zijn tot zo’n beeld te komen. Met name wanneer eenzaamheid langer duurt is door het hebben van een onbewuste focus op het probleem de mogelijkheid tot fantaseren, en zich dus een toekomst voor te stellen, beperkt geraakt. Het kan nodig zijn eerst met verschillende technieken weer wat “ruimte” te creëren (denk aan creatieve technieken), voordat iemand adequaat antwoord kan geven op de wondervraag.
Tja, het zal duidelijk zijn dat je deze techniek vaak gaat gebruiken. Dat betekent dat je deze oefent in je intervisiegroep.
Als opdracht voor jou bij deze les een leeropdracht. Noem de stappen van het protocol. Net zo lang tot je ze uit het hoofd weet. Schrijf ze telkens op, dat beklijft beter. Weet je ook wat er met een stap wordt bedoeld? Bedenk er een vraag of goede opmerking bij.
Zo kun je ook als observator beter feedback geven, immers, je ziet meteen of alle stappen zijn doorlopen.