In deze les leer je de argumenten kennen waarom ontwikkelingsgericht werken juist bij de aanpak van eenzaamheid zo gewenst is. Als specialist moet je de onderbouwing van onze methodiek kennen en deze kunnen uitdragen.
In module 1 en 2 heb je geleerd dat langdurige eenzaamheid leidt tot een probleembrein.
Essentieel in het aanpakken hiervan is dat we de cliënt uitdagen tot anders gebruiken van het brein. Dat kan alleen als er een basis is van vertrouwen, sturen op hoop, eigen verantwoordelijkheid en vooral het probleem niet nader onderzoeken. In deze les wordt duidelijk waarom. De video bij deze les verdiept en herhaalt de stof.
Eenzaamheid heeft een aantal kenmerken, met name als eenzaamheid al langer aanwezig is. Een van de kenmerken is dat de persoon niet goed meer in staat is te beschikken over alle cognitieve vaardigheden. Een ander kenmerk is dat de persoon minder goed in staat is sociale signalen correct te interpreteren, met als gevolg dat men zich sneller buitengesloten voelt dan misschien terecht zou zijn, waardoor een vicieuze cirkel wordt gevormd.
Enerzijds voelt men zich dus sneller buitengesloten, anderzijds is men minder goed in staat om dit door middel van logisch redeneren en een logische aanpak zelf te verhelpen. Het gevolg hiervan is dat mensen steeds minder zelfwaardering krijgen, faalangst kunnen ontwikkelen, en een verwrongen zelfbeeld hebben. Nog een ander effect is dat juist door eenzaamheid mensen sterk gefocust worden op het zoeken van een oplossing, waarbij bij gebrek aan de juiste strategie, steeds dezelfde verkeerde oplossing wordt gezocht.
Met name bij langdurige eenzaamheid, waarbij mensen weinig gelegenheid hebben gehad hun gedachten met anderen te bespreken, is de neiging sterk om voortdurend geconcentreerd te zijn op oorzaken en vooral op het vertellen van het eigen verhaal. Daarbij is de valkuil bij de één-op-één methode dat de coach of begeleider de ander niet uit die probleemgerichtheid weet te leiden.
Aandacht wordt vaak beschouwd als de bereidheid om te luisteren naar de problemen van de ander. Deze vorm van aandacht is bijzonder sympathiek, maar draagt niet bij aan de oplossing van eenzaamheid. Wie zich realiseert dat het uitnodigen tot het bespreken en dus opnieuw zich bezig houden met het probleem in feite het probleem vergroot, zal zich niet gauw meer tot dergelijke benadering laten verleiden. Het doet schade aan de cliënt.
Maar dat betekent wel dat we een andere benadering moeten gebruiken dan die we in onze opleiding en cultuur hebben geleerd. Een benadering waarbij we de regie strak in de hand moeten houden om niet toch weer in een oud patroon te vervallen, namelijk het patroon van empathisch luisteren naar problemen.
Het ‘probleem eenzaamheid‘ bestaat niet alleen maar uit een gevoel van eenzaam-zijn. De gevolgen van eenzaamheid die zich manifesteren in een verkrampt brein, belemmeren het vinden van oplossingen. De ontwikkelingsgerichte methode helpt de ander, door de aandacht af te leiden van het probleem en toe te leiden naar een toekomstig doel. Zo kan de persoon zich concentreren op het proces van veranderen.
De ontwikkelingsgerichte aanpak biedt een begeleider de kans om, uitgaand van het vraagmoment van de cliënt (bezoeker, klager, klant, co-coach) een passende begeleiding te bieden, op weg naar een oplossing die voor de cliënt op dat moment werkzaam en passend is.
Essentieel in de ontwikkelingsgerichte aanpak is dat de cliënt de eigen oplossing vindt. Deze is daardoor altijd in staat om de oplossing te gebruiken en te accepteren, het is immers de eigen oplossing. Het aanleren van een ontwikkelingsgericht denkvermogen werkt niet alleen gunstig bij de aanpak van eenzaamheid, maar kan door de cliënt ook toegepast worden in andere levensgebieden. Ontwikkelingsgericht werken leert een cliënt niet te denken in problemen, maar in eigen keuzes, waardoor de zelfstandigheid en zelfredzaamheid toeneemt.
Wat ga jij doen met eenzaamheid? Welke rol heb je?
Ben jij degene die vrijwilligers aanstuurt om het eerste gesprek te voeren? Of komen mensen bij jou voor doorverwijzing? Of krijg jij mensen pas als cliënt binnen wanneer ze hebben besloten iets aan hun eenzaamheid te doen?
Ga voor jezelf na welke rol je hebt en in welk stadium van hulp zoeken jouw klant (bezoeker / klager / klant / co-coach) verkeert. Welke vragen zou je kunnen stellen om dit te achterhalen?
Noteer er drie en bespreek ze in je intervisiegroep.