Er bestaat een groot misverstand rond oplossingsgericht werken. Het is goed je daarvan bewust te zijn. Niet iedereen begrijpt wat je ermee bedoelt.
Eric Schoenmakers, gerontoloog, adviseerde in 2010 in een artikel ‘Aanpak eenzaamheid te vaak oplossingsgericht’ de chatdienst van het Humanistisch Verbond vooral om niet oplossingsgericht te werken. Terwijl wij in onze aanpak nu juist het oplossingsgericht werken hoog in het vaandel hebben. Allemaal willen we dat mensen zich minder eenzaam voelen. Wat is dat voor tegenstrijdigs? Zouden we het wel over hetzelfde hebben?
Wat je onder ‘oplossingsgericht’ verstaat kan niet verder uit elkaar liggen dan in deze twee opvattingen. Voor iedereen die zich bezig houdt met de aanpak van eenzaamheid is het belangrijk het verschil te kennen.
Wat door Schoenmakers wordt verstaan onder ‘oplossingsgericht werken’ is dat de hulpverlener of vrijwilliger een oplossing aandraagt. Eerlijk is eerlijk, het is een logische uitleg van deze term. Leuke dingen gaan doen, iets ondernemen, contact maken, het zijn allemaal suggesties die een oplossing lijken te bieden voor eenzaamheid. En juist daarvan weten we uit onderzoek dat ze niet vrijwel niet werken. Dus het klopt wel dat je niet met oplossingen aan moet komen. Maar dit heeft niets te maken met de term ; oplossingsgericht werken’. Dat is namelijk de naam voor een methodiek. Het aanbieden van oplossingen staat haaks op wat onder oplossingsgericht werken wordt verstaan.
Onder oplossingsgericht werken wordt vrijwel altijd verstaan: de ander helpen de eigen oplossing voor een probleem te vinden. Oplossingsgericht werken kan dan ook op allerlei plaatsen toegepast worden. In coaching, counseling, therapie, maar ook op het werk en in de opvoeding.
Inmiddels werken wij (Faktor5 en de groep Eenzaamheidspecialisten) met een bijzondere variant van het oplossingsgerichte werken. Bij ons is het zelfs vrijwel verboden dat je problemen benoemt. Waar je aandacht aan geeft, dat wordt sterker, dat is een bekende uitspraak. Herhaal iets vaak en je wordt er een kei in. Denken en praten over je probleem betekent dan ook dat je jezelf traint in denken en praten over je probleem. Op den duur zijn je hersenen expert in probleemdenken. Maar problemen veroorzaken stress. Dat is niet erg als het tijdelijk is, maar langdurige stress is slecht. Heb je iemand bij je die zich presenteert met het probleem eenzaamheid, dan weet je dat er al sprake is van chronische stress bij die persoon. Alle aandacht die je als hulpverlener richt op het probleem van je cliënt nodigt de ander uit om dat stressniveau verder te verhogen. Dat is remmend voor elke vorm van leren of beslissingen nemen. Daarom focussen wij op verandering. Op verbetering. Op de toekomst. Dat begint met het onderbreken van het ‘probleemdenken’ en ruimte scheppen voor andere hersenactiviteit. Zodat de cliënt zelf de juiste oplossing kan vinden.
Naast deze algemene reden om je te focussen op de toekomst in plaats van op het (probleem)verleden, is er nog een reden, die wij in onze training leren. Dat is dat mensen – meestal ongemerkt – razendsnel patronen vormen in hun gedrag. Zou je dus als hulpverlener (coach, counselor, medemens…) een gesprek starten door naar problemen te vragen, dan heb je grote kans dat je daarmee onbewust direct een patroon vastlegt. Een patroon waarbij jij degene bent die luistert, terwijl de ander de kans krijgt om ellende te spuien. Dat is, dat zal wel duidelijk zijn, een patroon dat je koste wat kost moet zien te vermijden.
Dat is de reden dat wij in onze training sterk de nadruk leggen op het beginnen van een gesprek, zodanig dat de richting van meet af aan positief is. In die zin onderscheiden wij ons sterk van andere richtingen, die eisen dat de cliënt in elk geval eerst het probleem bespreekt. Het idee dat je iemand alleen respecteert als je de persoon in staat stelt ‘het hart te luchten’ is een overtuiging die ongemerkt en ongewild schade doet. Aan ons de taak te tonen dat je door iemand respectvol en positief te benaderen meer goed doet.